D
e vlucht verloopt prima en met 2 uur vertraging landen we in de ochtend op Delhi Airport. We worden direct bij de gate opgehaald en staan heel vlot buiten. Lunchen, opfrissen en dan gaan we direct op pad.
Delhi
Vandaag hebben we nog geen gids en we nemen vanuit Aerocity een keer de metro naar Delhi trein station. We drinken wat op de rooftop en zien alles voorbij razen met een hoop getoeter, heerlijk we zitten al gelijk in de sfeer. We nemen een elektrische Riksja naar de Khari Baoli Spice Market, maar al snel zitten we hartstikke vast in het verkeer. De volledige Old Delhi Experience. We zien van alles passeren: koeien, bomvolle karren, riksja’s, kleuren, het is een grote belevenis. Na een uur stappen we maar uit, want lopen gaat een stuk sneller. We bezoeken de spice markt en verkennen de levendige straatjes. Dan wordt het al donker. We nemen de metro terug naar ons hotel en sluiten af in de club lounge met een drankje en een hapje, want morgen vliegen we naar Leh.
Leh
We vliegen vandaag in een uurtje naar Leh. Het is helder en we vliegen over de besneeuwde toppen van de Himalaya. Het is net alsof je landt op de maan: ruige bergen en kale, met rotsen bedekte valleien. De stad Leh ligt op een hoogte van 3500 meter. Vandaag staat dan ook volledig in het teken van acclimatiseren. We verblijven in een leuk boetiekhotel, Dolkhar. Het hotel is trendy ingericht, met veel hout en lokale producten. We worden bij aankomst direct gecheckt op ons zuurstofgehalte in het bloed. Marcel heeft 90 en ik 81, beiden goedgekeurd. We verblijven in een duplex villa, heel mooi, echt een nieuwe Talisman ontdekking! We lunchen eerst heerlijk in het restaurant van het hotel: een goede vegetarische keuken met fusion-geïnspireerde gerechten. Verder zonnen en relaxen we wat in de tuin. Die staat vol met appelbomen en zonnebloemen. Appeltje en vers abrikozensapje erbij, dat is goed vertoeven zo.
We hebben allebei een minder goede nacht achter de rug, vreselijk onrustig geslapen, continu wakker, dus we hebben echt wel een beetje last van de hoogte. Na het ontbijt maken we een stadswandeling met een gids door Leh. Het heeft een grote gelijkenis met Tibet: landschappelijk, cultureel en religieus. In Ladakh wordt het Tibetaans boeddhisme beoefend. We starten de wandeling bij de bazaar. De bazaar is een wirwar van smalle straatjes met kleine winkeltjes. Dit was vroeger een belangrijk handelsknooppunt op de zijderoute, de plek waar mensen samenkwamen om goederen te kopen, verkopen en ruilen. Leh lag strategisch op het kruispunt van meerdere karavaanroutes over de Himalaya. Kooplieden reisden met karavanen van jakken, paarden of kamelen, en gebruikten Leh als rustpunt en handelsplaats voor onder andere pashmina uit Tibet, saffraan uit Kashmir, abrikozen vanuit Centraal-Azië. We wandelen via het paleis en de oude stad terug naar de bazaar.
Thiksey
Aansluitend worden we naar Thiksey gebracht, waar we verblijven in het Chamba Thiksey Camp, echt prachtig, met uitzicht op de besneeuwde bergpieken en uitzicht op het Thiksey-klooster. We lunchen in het camp en gaan daarna weer terug naar Leh om het Ladakh Festival bij te wonen. Lokale dansgroepen in traditionele kleding uit verschillende delen van Ladakh lopen dansend en zingend door de straten, begeleid door muziek. Er zijn dansen zoals de Cham-dans en verschillende volksdansen uit de verschillende dorpen. Een grote belevenis. Terug bij het camp relaxen we nog even bij onze tent. Het koelt flink af, maar gelukkig hebben ze thermo poncho’s, erg handig en lekker warm.
Monastery en Ladakh Festival
We fietsen vandaag na het ontbijt naar het Shey Monastery. We passeren een brug met gebedsvlaggetjes en steken de Indus rivier over. Kinderen die op weg zijn naar school, zwaaien naar ons en roepen jule (hallo), erg leuk! Het Shey-klooster ligt op een heuvel. Het werd door een koning gebouwd als zomerverblijf en heilige plek. Binnen bevindt zich een zittend boeddhabeeld van 12 meter hoog, bedekt met goud, dat waakt over de vallei. Hierna moeten we weer rusten en acclimatiseren en relaxen we wat bij onze tent. Paardenpolo is een populaire en traditionele sport in Ladakh, vanwege het Ladakh festival komen lokale teams vandaag samen. Wij kijken einde middag in Leh naar twee wedstrijden. Polo is belangrijk in de cultuur en een eeuwenoude traditie.
Ochtendgebed en reizen naar de Nubra Vallei
Eindelijk een goede nachtrust, dat hadden we echt even nodig. Wel vroeg op vandaag voor het ochtendgebed in Thiksey Monastery. Het klooster is 12 verdiepingen hoog en bevat meerdere tempels en heiligdommen. Het oplopen van de trappen blijft nog wat lastig en ietwat buiten adem nemen we plaats bij het ochtendgebed. Er worden mantra’s uitgesproken en er wordt boterthee geschonken. Prachtig belevenis en klooster!
Vanwege het Ladakh Festival worden er vandaag maskerdansen uitgevoerd bij een tempel in Leh. De maskers die tijdens de dansen door de monniken worden gedragen, stellen meestal verschillende goden, geesten of mythische figuren voor. Ze zijn bedoeld om spirituele boodschappen over te brengen, maar ook om het kwaad af te weren. Hier hebben we dus ook geluk mee, en voordat we verder reizen naar de Nubra Vallei, gaan we hier naartoe. De lokale bevolking komt hier samen om het festival te vieren.
We rijden na het festival via de Khardung La Pass naar de Nubra Vallei. We stijgen in een uur van 3500 naar 5500 meter. Als we onderweg even uitstappen, voelt dat heel raar en dizzy. Er wordt ons ook op het hart gedrukt om hier maar maximaal 5 tot 10 minuten te blijven om hoogteziekte te voorkomen. Ook al ben je al gewend aan de hoogte, kan het je later alsnog treffen. Bij ons is het tot nu toe goed gegaan en de pas overleven we gelukkig ook. Onderweg genieten we van een picknick lunch met een kopje masala thee. Het volgende camp, Chamba Camp Diskit, is ook een plaatje. Wat een mooie en rauwe omgeving! Onze tent kijkt uit op de bergen met het Diskit Monastery erop geplakt. We spelen een potje boogschieten, eten heerlijk en gaan vroeg naar bed.
Nubra vallei
We ontwaken in ons mooie camp en genieten allereerst van een lekker ontbijtje. Deze ochtend maken we een korte wandeling naar Yarab Tso, een heilig meer in de Nubra-vallei. Het kristalheldere zoetwatermeer biedt prachtige uitzichten over de omgeving en wordt beschouwd als een van de heiligste hooggelegen meren in de regio. Van onze gids moeten we hier even mediteren, we doen een poging en nemen de omgeving in ons op! Daarna bezoeken we het nabijgelegen Samstanling-klooster, dit is een van de oudste kloosters in de vallei. Het klooster heeft zalen die gevuld zijn met indrukwekkende boeddha- beelden en kleurrijke muurschilderingen. Hierna gaan we naar het camp voor de lunch en om even te relaxen.
In de middag bezoeken we het Diskit-Monastery, het oudste en grootste klooster in de Nubra-vallei. Het werd in de 14e eeuw gesticht en staat bekend om het 32 meter hoge beeld van de Maitreya Boeddha, dat in 2010 werd ingewijd door de Dalai Lama. Het klooster behoort tot de Gelugpa-stroming binnen het Tibetaans boeddhisme en huisvest nu nog maar 12 monniken. Het waren voorheen zeventig monniken. Vroeger werden kinderen door hun ouders naar het klooster gestuurd, maar toen waren de gezinnen groter. Als ze eenmaal gestuurd werden, werd je monnik voor het leven. Tegenwoordig zijn gezinnen kleiner en zetten ouders hun kinderen liever op een andere manier in, zodat ze geld kunnen verdienen. We zien hoe het klooster vroeger via trappen door de kloof bereikbaar was; je moet geen last hebben van hoogtevrees. In de namiddag bezoeken we de zandduinen bij Hunder, waar de Nubra en Shyok rivier samenstromen. Een woestijn omringd door bergen, het licht schijnt heel mooi op de bergen.
Ochtendgebed en terug naar Dehli
Ik ga, ondanks dat er maar twaalf monniken wonen in het Diskit Monastery, toch naar het ochtendgebed! Ik ben, naast de monniken, de enige die het gebed bijwoont. Na het gebed lopen we een rondje om de Maitreya Boeddha en bekijk ik dit immense beeld nog even van dichtbij. De route via de Wari La-pas duurt ongeveer drie tot vier uur en is geweldig! Een ontzettend mooie rit met prachtige uitzichten. Morgen dalen we weer af en vliegen we terug naar Delhi.
Sariska National Park & Amanbagh
Sariska National Park
Fijn om de hoogte achter ons te laten! Bij aankomst in Delhi beginnen we aan onze rit naar het Sariska National Park, gelegen bij het plaatsje Alwar. De reisafstand is ongeveer drie uur, en we komen aan tegen het einde van de dag. Anand staat al op ons te wachten. We kennen elkaar nog van Aman-i-Khás, maar heeft nu twee eigen lodges in India. Sariska Lodge, ook weer een nieuwe Talisman ontdekking. De ligging van de lodge is direct naast de gate. Sariska National Park is momenteel de thuisbasis van 49 Bengaalse tijgers, een prachtig voorbeeld van geslaagde natuurbescherming. De regio heeft nog meer te bieden: in de Aravalli-bergen rond het park leven naar schatting zo’n 200 luipaarden. Deze schuwe roofdieren bewegen zich behendig tussen de kenmerkende rotsformaties van het gebied. Het hele jaar door worden er luipaard-excursies georganiseerd, vooral in het rotsachtige gebied rond de zogenaamde boulders. De Sariska Lodge beschikt over 10 suites, waarvan ook een aantal suites met een privé pool. Erg boetiek en sustainable. De lodge heeft tevens een eigen stal met 6 marwari paarden met de mogelijkheden tot mooie trails in de omgeving. We drinken wat met Anand en worden daarna begeleid naar een locatie, waar een bush diner klaar staat. Het diner wordt bereid op een klei oven.
Amanbagh
We stappen om 6 uur in de vintage jeep van de Sariska Lodge. Het platteland ontwaakt en de zon komt op. Kamelen, kuddes geiten en locals passeren. Tijdens onze jeeptocht bezoeken we de Neelkanth Mahadev-tempel, gewijd aan Heer Shiva. Daarna verkennen we de ruïnes van meer dan 300 hindoeïstische en jaïnistische tempels, gebouwd tussen de 8e en 12e eeuw. De pilaren van deze tempels zijn rijkelijk versierd met mythologische figuren, vergelijkbaar met de Khajuraho-tempels. Aan het einde ligt een kleedje uitgestald, waar een lichte picknick klaar staat en masala thee wordt geschonken, erg leuk. We gaan terug naar de lodge en genieten van een ontbijtje, waarna we verder reizen naar Amanbagh. Het is maar 40 minuten rijden. We checken in, genieten van een heerlijke lunch en stappen om 16 uur weer in een jeep, dit keer bij Amanbagh. De Cow Dust Tour is een prachtige manier om het landelijke Rajasthan te ervaren. Tegen zonsondergang drijven de locals hun geiten, koeien en buffels terug naar huis na een dag grazen. Dit bijzondere uur wordt "Gaudhuli" genoemd, ofwel het koestofuur, vernoemd naar het stof dat opstijgt van de kuddes op hun weg naar huis. Een mooi moment om buiten op het platteland te zijn. Kinderen rennen lachend achter de jeep aan en dorpsbewoners zwaaien vriendelijk. We sluiten de dag af met een borrel op het dakterras, gevolgd door een heerlijk diner. Wat is Amanbagh toch een goed en luxe hotel.
Na het ontbijt gaan we opnieuw met de jeep op pad en bezoeken we Bhangarh, een verlaten stad die bekend staat om haar grote archeologische waarde. Wat nu ruïnes zijn, was ooit een bruisende stad met levendige bazaars, een paleis, weelderige tuinen, tempels en badhuizen. Hierna checken we uit en rijden we in circa 2 uur naar Jaipur. In het hotel werden we opgewacht door een vertegenwoordiger en onze gids. We beginnen met een bezoek aan het Amber Fort, bezoeken een stepwell en aansluitend The Leela Palace Jaipur. We overnachten in The Oberoi Rajvilas
Op excursie door de roze stad
Op het programma staat vandaag een nieuwe excursie: een rit van ongeveer twee uur door de Roze Stad in een uniek , milieuvriendelijke roze riksja. Wat deze rit extra bijzonder maakt, is dat je wordt rondgereden door een slimme, enthousiaste en goed opgeleide vrouwelijke chauffeur. Dit initiatief is opgezet door een non-profitorganisatie met als doel lokale vrouwen uit gezinnen met een laag inkomen te versterken en hun levensonderhoud te verbeteren. Onze gids is een ontzettend leuke en enthousiaste gast, architect en designer! Samen met hem verkennen we een wijk van Jaipur en maken we kennis met lokale ambachtslieden die zich bezighouden met allerlei traditionele kunstvormen. We ontmoeten onder andere beeldhouwers die werken met marmer, en vakmensen die een traditionele textiel druktechniek gebruiken. Met de hand gesneden houten blokken worden gebruikt om patronen op katoenen stof aan te brengen. Jaipur staat ook bekend om zijn sieradenindustrie, het maken van armbanden en het bewerken van koper. We krijgen de tijd om met hen in gesprek te gaan en masala thee te drinken, terwijl ze vol passie vertellen over hun ambacht en wij ook zelf aan de slag moeten.
In de avond gaan we met twee foodies mee op een streetfoodtour door Jaipur. We proeven onder meer lassi: een drank op basis van gekarnde yoghurt en bij een iconisch zaakje, en genieten van pyaaz kachori (gevulde uienpasteitjes). Ook drinken we chai bij Gulab Ji’s. We waren een beetje sceptisch, maar het streetfood van Jaipur is heerlijk en zeer verrassend. De volgende ochtend sta ik om 5:30 uur klaar voor een fietstocht. Het is leuk als de stad ontwaakt. We gaan eerst naar de plek waar de koeien samenkomen en gevoerd worden. Voor de heilige koeien moet immers goed gezorgd worden. Het laatste gedeelte is een wandeling over de bloemenmarkt en een lach-yoga sessie in het park. Als afsluiter bezoeken we de Govind Dev Ji-tempel om de ochtendceremonie bij te wonen. Deze tempel is gewijd aan Lord Krishna. Dat is wel heel gaaf en energiek, deze tempel had ik nog niet eerder gezien. Mensen starten hier de dag voor energie en positiviteit. Na vier bezoeken aan Jaipur kan ik wel zeggen dat ik de stad op een totaal nieuwe en verfrissende manier heb leren kennen.
De heiligste stad
We gaan hierna naar de luchthaven en vliegen naar Varanasi, gelegen aan de Ganges. Dit is de meest heilige stad van India. Veel mensen, smalle steegjes, veel koeien en straten vol met poep. Als we aankomen op de luchthaven, regent het ontzettend hard, maar eenmaal in de stad stopt de regen gelukkig. We kronkelen door de smalle straatjes naar onze boot, die ons naar het hotel vaart. We verbleven in BrijRama Palace, een oud paleis uit 1812. Varanasi is genoemd naar twee rivieren: de Varuna (in het noorden van de stad) en de Assi (in het zuiden van de stad). Varanasi heeft 84 ghats. Alle ghats staan momenteel nog onder water, en je kunt nu niet van ghat naar ghat lopen. Door de extreme regenval dit jaar heeft het water een hoogte van 16 meter bereikt, zo hoog heeft het al lang niet meer gestaan. Bij het BrijRama Hotel kun je normaal gesproken vanaf de ghat met een lift naar boven, maar deze wordt tijdens de moesson volledig dichtgemetseld. Varanasi ligt op een heuvelkam van 7 kilometer, de kans dat de stad zal overstromen is vrij klein.
Bij aankomst wandelen we naar de Dashashwamedh Ghat, net op tijd voor de avondlijke aarti-ceremonie. Tijdens dit ritueel brengen priesters offers om de riviergoden tot rust te brengen en het kwaad af te weren. Hierna eten we wat op de rooftop lopen we terug naar ons hotel. Morgen weer om 5 uur op.
Sarnath
De vroege ochtend varen we over de Ganges, terwijl de zon langzaam opkomt. Veel Indiërs krijgen maar één keer in hun leven de kans om zich drie keer onder te dompelen in Mama Ganga. Dat op zich is al reden genoeg om het spektakel van Varanasi te aanschouwen. Maar er is nóg een historische plek vlakbij, die een veel grotere impact heeft gehad op de Indiase geschiedenis dan Varanasi: Sarnath. Sarnath is de plaats waar Siddhartha zijn verlichting bereikte. In India, en niet in Tibet, Nepal of een ander boeddhistisch land. India het land dat juist bekendstaat om zijn hindoeïsme en de groeiende islam. Varanasi (toen bekend als Kashi) was al in de 6e eeuw v.Chr. een belangrijk religieus en cultureel centrum. Door zijn nabijheid tot Varanasi kon de Boeddha een groter publiek bereiken. De opgravingen in Sarnath zijn op zichzelf misschien niet spectaculairder dan op andere plekken in Zuidoost-Azië, maar met de juiste gids biedt het kleine museum verrassende inzichten. Als groot liefhebber van Varanasi met de open ghats en als ultieme streetart-stad vind ik Sarnath een absolute must om de invloed van het boeddhisme op het hindoeïstisch-islamitische India te zien. Een echte eyeopener, dankzij een gids die het verhaal op fantastische wijze wist over te brengen. Vanavond overnachten we in Taj Nadesar Palace.
Onze volgende bestemming is Panna National Park, waar we verblijven bij Sarai at Toria. De lodge heeft na de moesson net haar deuren weer geopend, en ook Panna National Park is sinds twee dagen weer toegankelijk voor safari’s. We beproeven ons geluk tijdens een middag safari. We starten in de regen, maar na ongeveer een uur klaart het gelukkig op en komt de zon tevoorschijn. Het park ziet er dan meteen een stuk mooier uit. We zien veel herten, waaronder ook sambarherten, en een prachtige waterval. Net wanneer we denken dat we vandaag geen tijgers meer zullen tegenkomen, spotten we er twee in het hoge gras. Wat een geluk! Ze zitten dicht bij elkaar, het blijken twee welpen van ongeveer 10 tot 12 maanden oud. Op een gegeven moment staan ze op slechts zes meter van onze jeep. We kunnen ze fantastisch goed zien. We blijven het laatste uurtje in de buurt van deze jonge tijgers, tot we echt het park moeten verlaten. Tijd is tijd, en iedereen moet zich aan de afgesproken vertrektijd houden. Wauw, dit voelde echt als een cadeautje.
Bandhavgarh National Park
The Oberoi Vanyavilas Wildlife Resort, Ranthambore is onze laatste stop. Het nieuwste wildlife hotel in Bandhavgarh van de Oberoi-keten. We zijn uitgenodigd en overnachten hier graag. Wat je van The Oberoi mag verwachten, is dat alles tot in de puntjes verzorgd is. De tenten zijn prachtig uitgerust en zelfs de chocolaatjes in onze luxe tent hebben de print van een tijgerpoot. We gaan hier nogmaals op safari, maar hebben vandaag minder geluk. Drie uur lang rijden we door de stromende regen zonder dat er een tijger te zien is. Gelukkig maken de bar en het restaurant voor het diner alles weer goed. We genieten van cocktails en een sublieme maaltijd. De keuken is fantastisch. Dit is een mooie afsluiter van deze boeiende reis door India!
Accommodaties uit deze blog