Het bestaan van Machu Picchu is eeuwenlang verborgen gebleven. In 1886 werd deze bergstad bij toeval gevonden, en geplunderd. Veel later, in 1911, stuitte de historicus Hiram Bingham bij toeval op de totaal overwoekerde ruïnes. De resten van deze oude Incastad liggen ver van de bewoonde wereld, afgelegen in een prachtige omgeving tussen hoge bergtoppen. Één van de meest fascinerende gebouwen in het complex is de ronde Zonnetempel. Daar staat een altaar en het mysterieuze Ventana de las Serpientes (Raam van de Slangen). Het allermooiste uitzicht over de ruïnes heeft u vanaf een uitzichtpunt bovenaan een lange trap die westelijk van de hoofdingang begint.
Hiram Bingham schreef in de National Geographic van 1913: ‘Machu Picchu zal bewijzen de grootste en belangrijkste ruïne te zijn die ontdekt is in Zuid-Amerika sinds de dagen van de Spaanse verovering.’ En dat is zeker gebeurd! De omgeving van de mystieke subtropische jungle in combinatie met de pracht van de stad maken van Machu Picchu één van de mooiste plaatsen op aarde.