Geplaatst op

D e eerste vraag die ik als reisspecialist Mexico meestal krijg gaat over de veiligheid. Begrijpelijk, voor wie het nieuws volgt: de berichten over het land leveren zelden een positief beeld op.

De gebieden waar je met Talisman naartoe reist kan je ongestoord genieten van het natuurschoon, de koloniale architectuur, de geweldige keuken en de kleurrijke lokale cultuur.

Maar een kanttekening is meteen op z’n plaats: in de gebieden waar je met Talisman naartoe reist kan je ongestoord genieten van het natuurschoon, de koloniale architectuur, de geweldige keuken en  de kleurrijke lokale cultuur. Je zal, in plaatsen als Oaxaca, San Cristóbal de las Casas of Mérida, of in een schitterende haciënda op het platteland, niets merken van enige onrust. Integendeel, je krijgt al snel in de gaten hoe gemoedelijk het er aan toegaat, hoe ongelofelijk gastvrij en vriendelijk de bevolking is. Eenmaal onderweg ben je het thema ‘veiligheid’, dat je vóór vertrek wellicht nog zo bezighield, al lang weer vergeten.

Ook de veiligheid in Mexico Stad is aanzienlijk verbeterd ten opzichte van, pakweg, tien, vijftien jaar geleden, toen ik er woonde. In de wijken Polanco, La Condesa en in de Zona Rosa, waar de beste hotels staan, kan je ’s avonds laat met een gerust hart over straat lopen. Het zijn levendige, moderne wijken, die een goed uitgangspunt vormen voor het verkennen van de stad. Weinig steden in Latijns-Amerika zijn zo aantrekkelijk en hebben in cultureel en culinair opzicht zoveel te bieden - iets wat onlangs nog door een blad als Vogue of door een serieuze krant als de New York Times bevestigd werd. De stad en het land hebben nog steeds een imagoprobleem, maar het beeld is aan het kantelen, in positieve zin.

Voor Talisman maak ik een inspectiereis van Mexico Stad via San Cristóbal de las Casas en Palenque naar het schiereiland Yucatán. De plaatsen ken ik al, maar ik wil een volledig beeld krijgen van de accommodaties en kamertypes, de excursies en de gidsen, de veranderde infrastructuur en het aangeboden vervoer.

De rondleiding over de markt van Xochimilco (een wijk in Mexico Stad) en de kookcursus bij Doña Lupita vormen de best denkbare introductie tot het land. Ik berichtte hierover al eerder. Meer traditioneel, zoiets als een rondvaart over de grachten, is de tocht met een zogeheten trajinera, een versierde boot, door de chinampas (drijvende tuinen). De bewoners van Xochimilco kweken nog steeds bloemen, groenten en vruchten op de reepjes land tussen de kanalen, een eeuwenoude gewoonte die teruggaat tot de tijd van de Tolteken.

Hotel Las Alcobas is voor Talisman-reizigers de beste optie in Mexico Stad. De Deluxe kamers zijn ruim en hebben een stijlvolle inrichting. De Junior Suites zijn voorzien van een buitenterras en bieden een prachtig uitzicht op de wijk Polanco, van oorsprong de joodse wijk. Het is ook de wijk met de beste restaurants. Talisman kan een tafel voor jullie reserveren, bijvoorbeeld in restaurant Pujol.

Het is raadzaam om, voor de vlucht Mexico Stad – Tuxtla Gutiérrez, stoelen rechts van het gangpad te reserveren, dan zie je, in de woorden van Henri Michaux, ‘een optocht van vulkanen’. Allereerst natuurlijk de wereldberoemde Popocatépetl, een vulkaan die de laatste tijd weer erg actief is. Een machtige wolk van rook en as hangt boven de krater, een indrukwekkend gezicht! De Iztaccíhuatl, ook een vijfduizender, ligt te slapen onder een deken van sneeuw. Volgens de Azteekse mythologie waren Iztaccíhuatl en Popocatépetl elkaars geliefden en houdt Popocatépetl het vuur van de passie eeuwig brandend. De volgende vulkaan is de Malinche, vernoemd naar de Indiaanse geliefde (en tolk) van Hernán Cortés, de veroveraar van Mexico. Vanuit de lucht lijkt de Malinche eerder op een ‘gewone’ berg, de vorm van de krater is moeilijk te herkennen. Dit geldt zeker niet voor de Citlaltepetl, met bijna 5700 meter de hoogste berg van Mexico en de op twee na hoogste berg van Noord-Amerika. Het toestel van Aeromexico vliegt er vlak langs, tussen de enorme hopen sneeuw is het gapende gat van de krater goed te zien!

Het stadje San Cristóbal de las Casas ligt midden in de groene bergen van Chiapas. De Tzotziles en Tzeltales vormen de voornaamste Indiaanse bevolkingsgroepen in dit gebied; op diverse markten, maar ook op straat, verkopen ze hun kleurrijke kleden. Het stadje is merkbaar gegroeid en het is hier veel drukker dan twintig jaar geleden. De moeilijk te omschrijven, enigszins magisch-mystieke sfeer is een beetje verdwenen. Toch is het nog steeds een aantrekkelijke plaats. In de achterafstraatjes kom je geen mens tegen. Die berglucht! Op weinig plekken in de wereld is de lucht zo helder. Ik maak een fietstour door de omgeving en bezoek een aantal grotten waar we onderweg langsrijden. Op instigatie van een journalist van The National Geographic werd deze fietstour, een aantal jaren geleden, ‘La Ruta de los Molinos’ genoemd, maar ‘La Ruta de las Cuevas’ lijkt een geschiktere naam te zijn: ik zie meer grotten dan molens. De gids toont mij een offerplaats, verscholen in het duister, waar minstens zo duistere ceremonies plaatsvinden. Brujería, oftewel hekserij – hier bestaat het nog.  Maar buiten is het landschap vredig. Je treedt hier buiten de gebaande paden: we komen onderweg bijna niemand tegen, alleen een paar Indiaanse vrouwen in klederdracht.

Hotel Bo is een fantastisch boutique hotel in het hart van San Cristóbal. Vrijwel het gehele centrum is gebouwd in de bekende koloniale stijl, een design hotel als dit bestond hier nog niet. Men nam dus een risico, het moderne en in strakke lijnen uitgevoerde gebouw had hier kunnen misstaan. Maar het resultaat mag er zijn! Het kleurgebruik - roze en blauw, waartussen de goudbruine kleur van het hout in het licht van de avondzon fel opflakkert – neutraliseert het in beginsel kille effect van de rechte lijnvoering. Bovendien zijn er in het interieur speelse, veelal typisch Mexicaanse accenten aangebracht, met name in het restaurant. Het driegangendiner in restaurant LUM is overigens memorabel. Smaakvol dineren, slapen in stijl – dat hoort bij Talisman!

Een heel andere plaats is Palenque. Het dorp en het nabijgelegen opgravingsterrein -  aan de voet van de bergen en aan de rand van de jungle - liggen nog net in Chiapas, maar u heeft van hieruit al uitzicht op de uitgestrekte laagvlakte van Tabasco, het meest waterrijke gebied van Mexico. De dagtemperatuur ligt hier doorgaans 15 à 20 graden hoger dan in San Cristóbal, een behoorlijk verschil dus! De trui of het fleecejack dat je hebt meegenomen heb je van nu af aan niet meer nodig, tenminste wanneer je, zoals ik, de reis voortzet in de richting van het schiereiland Yucatán. In wat nu Palenque heet verrees, tussen 200 en 600 na Christus, een van de meest indrukwekkende steden die de Maya’s ooit gebouwd hebben, een stad die in macht en omvang kon concurreren met Tikal of Calakmul. De ruïnes die zijn overgebleven zijn nog steeds imposant – een eminent Maya-geleerde als Michael D. Coe noemt het de mooiste piramides van Mexico – maar vormen nog geen 10 % van het totale oppervlak van de stad. De rest van het complex ligt er op te wachten om te worden opgegraven en gaat nu nog schuil onder de dichte junglebegroeiing.

‘The Power and the Glory’, misschien wel het belangrijkste en meest intrigerende boek van Graham Greene, speelt zich in deze regio af. Ik moet er aan denken als ik van Palenque naar Campeche reis, een rit van ongeveer 5 uur. De onvergetelijke figuur van de ‘whisky priester’ zou zomaar ergens op kunnen duiken in dit landschap. Veel onverharde zijwegen, hier en daar een dorpje. Witte reigers en waterbuffels zijn de meest in het oog lopende diersoorten, maar als je goed kijkt zie je hoe slingeraapjes, beschermd door het lover, je vanaf een tak bespieden. Het is lente, de knalgele, machtig hoge guayacán bomen staan volop in bloei.

De metamorfose van de stad Campeche kan vergeleken worden met een rups die is veranderd in een schitterende vlinder: het historische centrum is op voorbeeldige wijze opgeknapt, met dank aan Unesco die het in 1999 op de Werelderfgoedlijst plaatste. De kleurrijke gevels blinken als nooit tevoren, er zijn veel hippe winkels en cafés geopend, het is geen amateuristische kunst die in de moderne kunstgaleries aan de muur hangt en op het terras van Chocol Ha kun je de lokale specialiteit nuttigen, een cacaodrankje op basis van een oeroud recept. Campeche oogt fris, hoe oud de stad ook is.

Ik slaap in Hotel Hacienda Puerta Campeche. De plafonds hier lijken wel tot de hemel te reiken. In de tuin nodigt menig bankje uit tot een mijmering, of tot het lezen van een boek. De 150 jaar oude ceiba is het bestuderen waard, de boom heeft wortels aan beide kanten van een hoge muur. Later vertelt de eigenaar mij dat de boom later naar beneden is gegroeid en dat deze zich opnieuw in de aarde heeft geworteld. En dan is er het zwembad, waar je in een hangmat boven kunt hangen totdat de hitte je te gortig wordt. Mexicaanse haciënda’s zijn plekken om tot rust te komen. Ze kunnen een aanvulling vormen op - of een alternatief vormen voor – een verblijf aan het strand. Maar ook de combinatie van een dag of 4, 5 in Mexico Stad en een week in een haciënda is helemaal geen gek idee. Cultuur en ontspanning, drukte en stilte, verenigd in één reis.

De dagen erna zie ik meer haciënda’s, de ene nog mooier dan de andere. Temozón is de mooiste, de duurste, maar niet per se ook de meest luxueuze, hoewel Amerikaanse presidenten, voorafgaand aan een staatsbezoek aan Mexico, er naar verluidt altijd alles aan doen om hier een nachtje te verblijven. Temozón is een gewild adres. De service is in elk geval van een zeer hoog niveau.

Hacienda Temozón

Zelf was ik vooral gecharmeerd van Hacienda Xcanatún aan de rand van Mérida. De kamers zijn lichter, monumentaler, en in de weelderige tuinen kun je eindeloos ronddwalen. De haciënda ligt niet ver van de stad, het gloednieuwe Gran Museo del Mundo Maya – met een van de mooiste collecties Maya-beelden van Mexico – is maar 5 minuten rijden.

Speciale vermelding verdient ook de Hacienda San José bij het dorpje Tixkokob. De historische gebouwen en lommerrijke lanen vormen een prachtig geheel, vanwege de afgelegen locatie kan je hier volledig tot rust komen. De haciënda stelt fietsen ter beschikking en organiseert ook birdwatching excursies.

Wanneer je in Mérida zelf wilt verblijven is Rosas y Xocolate een goede optie. De architectuur lijkt een echo te zijn van het grandioze oeuvre van Luis Barragán, de grootste architect die Mexico ooit heeft voortgebracht. Net als in Hotel Bo in San Cristóbal overheersen ook hier de strakke lijnen, maar de roze tinten verlenen warmte en gemoedelijkheid aan het geheel. Voor de chocolademassage waar de Spa beroemd om is heb ik helaas geen tijd.

De Riviera Maya, de kuststrook tussen Cancún en Tulum, is het toeristisch drukst bezochte gebied van Mexico. Natuurlijk heeft dit alles te maken met de Caribische Zee en de parelwitte stranden. Toch zijn er ook hier oases van rust te vinden met accommodaties die veel privacy en exclusiviteit bieden. Goede voorbeelden van accommodaties die voor Talisman-reizigers erg geschikt zijn, zijn The Banyan Tree Mayakoba, Be Tulum, Esencia en Viceroy Riviera Maya. Ze verschillen onderling erg in stijl, maar zijn stuk voor stuk geschikt voor een rustige afsluiting van de reis.

Voor meer Mexico inspiratie kan je hier de routesuggesties bekijken die ik heb samengesteld.