Martine op ontdekkingsreis in Zambia

Geruisloos glijdt mijn kano door het water. Mijn gids Wallace peddelt langzaam verder. Een stukje voor ons loopt een olifant door het water, zijn bestemming is een grasrijk eilandje in de Zambezi. Daar aangekomen begint hij te grazen en lijkt totaal niet gestoord door onze aanwezigheid, voor hem maken we onderdeel uit van het landschap.

Terwijl ik de olifant aanschouw hoor ik overal om me heen de geluiden van groepjes nijlpaarden, het gekwetter van vogels en andere typische bush geluiden. En verder helemaal niets. Geen auto’s of motoren, alleen het zachte gekabbel van het water tegen de kano. Wat een prachtige ervaring.

Eerder vandaag heb ik genoten van een overheerlijke lunch op een boot, midden op de Zambezi. Dat was het begin van mijn verblijf in Chiawa Camp, een kleinschalig en luxe tentenkamp op een prachtige locatie in het Lower Zambezi National Park. Met een kleine Cessna vloog ik vanuit Lusaka over de groene heuvels van de Rift Valley naar het park; een korte maar bijzondere vlucht.De landing in Lower Zambezi liep enige vertraging op, omdat de landingsbaan in beslag genomen was door een grote kudde impala’s. Een typisch Zambiaans welkom.

Na enkele prachtige game drives en boottochten in Lower Zambezi vlieg ik met een kleine Cessna naar het bekendere South Luangwa National Park. Ook deze vlucht is weer een avontuur op zich: ik ben de enige passagier en mag naast de piloot zitten. Een beter uitzicht bestaat er niet.

In South Luangwa verblijf ik in Chinzombo, het pas gerenoveerde en meest luxe kamp van Norman Carr; een legende in ‘safariland’. Chinzombo bestaat uit zes luxe villa’s die aan de oever van de Luangwa rivier liggen. Zeer strak maar toch stijlvol ingericht met een eigen plunge pool en grote veranda. Aan de linkerkant langs mijn tent loopt een kudde olifanten en in de rivier liggen grote groepen nijlpaarden. Je hoeft hier eigenlijk de luxe van je villa niet te verlaten, het wild komt gewoon naar je toe…

Maar natuurlijk ga ik toch het park in, op zoek naar de luipaarden en andere katten waar South Luangwa om bekendstaat. Al tijdens mijn eerste game drive heb ik geluk; een luipaard verschijnt uit de bosjes en loopt onder onze landrover door naar de andere kant van de weg. We volgen haar een tijdje, tot ze op een boomstam gaat staan en om zich heen kijkt, duidelijk op zoek naar een prooi. Even later verdwijnt ze weer in de bosjes en is ze direct niet meer zichtbaar. Het mooie van deze ontmoeting is nog wel dat er al die tijd slechts één ander safarivoertuig te zien is.

Om ook delen van South Luangwa te zien die nog ongerepter zijn, verblijf ik in een bush camp, ver van alle gebaande paden. Deze camps zijn niet zozeer luxe, maar vooral gericht op de intense beleving van de natuur. Een wandelsafari is hier het hoogtepunt van de dag; te voet met een ervaren gids ervaar je de bush op een geheel andere manier. Ik ga op pad met gids Aubrey; één van de beste gidsen in Zambia. Aubrey heeft een onuitputtelijke kennis van alle aspecten van de natuur en het dierenleven en hij schudt de meest fantastische verhalen uit zijn zak. Tijdens een wandelsafari heb je oog voor de aspecten van de natuur waar je vanuit een voertuig vaak aan voorbij gaat, zoals sporen, uitwerpselen en insecten. Maar toch ook telkens die spanning omdat je hier ook te voet buffels, olifanten en soms zelfs leeuwen tegenkomt. Dat laatste ervaar ik zelf als we dichtbij ons het onmiskenbare geluid van een leeuw horen. We gaan op zoek. Een stukje verder zien we een half opgegeten wrattenzwijn, de prooi van de leeuw die we zojuist al hoorden. Hij heeft ons gehoord en heeft zelf zijn toevlucht genomen in het struikgewas, maar zal ongetwijfeld terugkeren zodra wij weer zijn vertrokken. Een spannende gedachte, waar ’s avonds tijdens het kampvuur nog veel over nagepraat wordt.

Ik heb al diverse landen in Afrika bereisd, maar na deze reis heeft Zambia mijn hart gestolen. De ongereptheid, het ‘pure’ safarigevoel, het talrijke wild, de prachtige natuur en de zeer vriendelijke mensen… Zambia is absoluut een unieke bestemming.