Geplaatst op

E en jaar geleden stond ik ook met een ticket naar Thailand in mijn handen op Schiphol. Toen vloog ik met Qatar Airways en combineerde ik een bezoek aan Qatar met een inspectie rondreis door Phuket, het noorden van Thailand en bruisend Bangkok. Uiteraard om hotels te bekijken, maar ook om me te verdiepen in de cultuur! Nu staat mijn reis in het teken van het ontdekken van de fraaie stranden van zuidelijk Thailand. De kwaliteit en sfeer van hotels zijn hier erg belangrijk, omdat je aan het einde van je reis echt op-en-top moet kunnen genieten van zon, zee, strand en een hotel dat perfect bij je wensen past.

De eindeloze stranden van Khao Lak

Dit keer reis ik met Etihad Airways. In een kleine zes uur vlieg ik naar Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten. Ik vlieg met een Dreamliner van Boeing en ervaar dat de economy class stoelen in verhouding prima beenruimte bieden! Mijn overstaptijd is ruim en dat is prettig, want zo kan ik de nieuwe luchthaven van Abu Dhabi goed bekijken. De transit terminal is erg fraai, met een keur aan luxe winkels, vertier voor kinderen en restaurants. Voor een goede bak koffie met wat lekkers moet je bij Butlers zijn, met enthousiaste bediening en een vitrine vol bonbons!

De vlucht van Abu Dhabi naar Phuket, mijn startpunt in Thailand, duurt ook ongeveer zes uur. Waar ik vorig jaar vanuit de luchthaven zuidwaarts reed en Phuket ontdekte, reis ik nu in noordelijke richting, naar de kustplaats Khao Lak.

Tja, je ontkomt er niet aan, Thailand is een populaire bestemming en op veel strandlocaties vind je een groot aanbod aan hotels. Het geheim zit hem in het spreekwoordelijke ‘de juiste krenten uit de pap’ pikken. Tijd om aan de slag te gaan!

Khao Lak ligt ongeveer anderhalf uur rijden ten noorden van de luchthaven van Phuket. De badplaats bevindt zich aan de westkust en heeft vergeleken met Phuket als voordeel dat je hier geniet van kilometerslang strand, ideaal voor reizigers die - net als ik - graag een goede wandeling maken. Khao Lak grenst aan diverse nationale parken en de omgeving is ontzettend groen! Daarnaast kun je vanuit hier per speedboot naar de Similan eilanden, een waar paradijs voor liefhebbers van de onderwaterwereld. Ik bezoek een aantal hotels waarvan The Sarojin met stip mijn favoriet is. Kleinschalig, rustig, persoonlijk en een ontzettend goede keuken zijn de eerste kernwoorden die in mij opkomen als ik aan mijn verblijf in het resort denk. Een leuk weetje: alle pavilions zijn vernoemd naar personeelsleden en de meeste leden van de staff werken hier dan ook al jaren. Hierdoor zijn ze goed op elkaar ingespeeld en ontzettend betrokken. Dat draagt weer erg bij aan de kwaliteit van service: als gast zit je hier dus echt gebakken!

Krabi, het uitzichtpunt naar Phang Nga Bay

Een lange, maar mooie rit door groen heuvelachtig gebied leidt naar Krabi aan de oostkant van de sprookjesachtige Phang Nga Bay, een baai bezaaid met eilandjes en karstgebergte. Wat een uitzicht!

Er zijn twee hotels die hier mijn hart hebben gestolen. De eerste is Rayavadee, enkel bereikbaar per boot en gelegen aan drie stranden waarvan er één heel rustig is. De andere is Railay Beach, een hotspot voor toeristen. Het brengt wat drukte met zich mee, maar ook gezelligheid voor wie de combinatie zoekt. Alle in Thaise stijl ingerichte paviljoens liggen in het groen en grotendeels in de schaduw, want je wordt omgeven door karstgebergte en jungle. En waar jungle is, zijn aapjes. Het is dus raadzaam om geen deuren open te laten en voedsel te laten slingeren, want voor je het weet, wordt het geconfisqueerd door vliegensvlugge apenhandjes.

Mijn tweede favoriet, Banyan Tree Krabi, is qua stijl het tegenovergestelde van Rayavadee. Bij aankomst in de lobby krijg je bij het uitzicht meteen het ‘wow’ gevoel. Banyan Tree is een modern luxe hotel aan een paar honderd meter lang strand en heeft uitstekende faciliteiten, zoals de spa met de befaamde Banyan Tree Rainforest Wellness Experience, en het Saffron Restaurant waar je fantastisch Thais kunt eten, vaak met live muziek. En elke avond is het genieten van een prachtige zonsondergang. Het is dus een makkelijke keuze waar ik ga eten. Genieten hoor!

Pure rust op Koh Lanta

Vanuit het bekende Krabi reis ik af naar een van de rustige eilanden in Phang Nga Bay: Koh Lanta. Je bereikt het eiland vanaf het vasteland in twintig minuten per ferry gevolgd door een autorit, of per privéboot van de resorts. Mijn eerste indruk is dat het eiland een sereen en haast slaperig karakter heeft. Het eerste resort dat ik bezoek ligt in het zuiden, aan het einde van een straatje met wat bars en lokale hotels. Wat een fijne plek! De Thaise kamers liggen beneden, maar als je liever een ruime villa met privézwembad en zeezicht wil, dan kies je voor het gedeelte wat tegen de heuvel is gebouwd. Er zijn twee zwembaden en meerdere restaurants, waarvan het Rak Talay Beach Restaurant, waarbij je met je neus aan het strand zit, erg in trek is. Het verbaast me niets dat het resort jaarlijks terugkerende gasten heeft, die hier soms wel twee tot vier weken verblijven! De naam van dit paradijs: Pimalai Resort & Spa!

Logeren in een top luxe hotel is heerlijk, maar voor de liefhebber van kleinschalige boutique hotels heeft Koh Lanta ook een mooie troef met een ‘adults-only’ hotel in het enige bedrijvige dorpje dat het eiland kent. Het resort heeft alles: een mooie spa, twee ruime zwembaden en een restaurant met terras wat grenst aan Long Beach, een drie kilometer lang rustig strand. Verwacht geen exclusief retreat, maar oprechte gastvrijheid op een plek waar alles gewoon goed geregeld is.

Koh Samui, the perfect summer getaway

Na mijn ontdekkingsreis langs de parels van de westkust zet ik mijn tocht voort naar de oostkust. Een korte vlucht van slechts 35 minuten brengt me van Krabi naar het populaire eiland Koh Samui, een ver ontwikkeld vakantie-eiland. Het uiterste noorden is het meest bekend. Aan Bophut en Chaweng Beach bevinden zich vele hotels, bars en restaurants. Talisman kiest in deze regio, maar ook op andere delen van het eiland, voor hotels die hier verder vandaan liggen. Four Seasons is hier voor de luxe ganger een van de allerbeste keuzes. Helaas kan ik dit hotel niet bezoeken vanwege de opnames van de film White Lotus. Nummer twee is Banyan Tree Samui, één van de slechts vier hotels met een privébaai. Waar het zusterhotel in Krabi modern van karakter is, beleef je hier meer de Thaise sfeer.

Een derde hotel waar we al jaren intensief en heel persoonlijk mee samenwerken is Belmond Napasai in het noordwestelijke puntje van Koh Samui. Een echt Thais resort met een heerlijke vakantiesfeer, zowel voor stellen als voor gezinnen.

De beste (droge) reistijd voor Koh Samui is ruimer dan de westkust, namelijk van eind december tot en met oktober. Voor gezinnen is het eiland dus ‘the perfect summer getaway’.

Een uitstapje naar Koh Phangan

De Thailand-kenner denkt bij Koh Phangan waarschijnlijk als eerste aan de Full Moon party’s, ofwel feestjes voor backpackers die gepaard gaan met luide muziek en alcohol. Aan de westkust merk je niets van al dat gefeest, want hier kun je heerlijk relaxen in Anantara Rasananda aan Thong Nai Pan beach. Het resort deelt dit strand met nog drie andere hotels die allemaal een eigen restaurant hebben, waardoor je ook eens ‘bij de buren’ kunt gaan eten. Het is een fijne plek om een dag of drie à vier te ontspannen met een klein beetje reuring naast de deur. Aan het strand grenst een straatje met ongeveer 400 meter aan winkeltjes, restaurants en lokale spa’s waar je voor een prikkie een prima massage kunt krijgen. Daarna gaat het landschap over in de jungle.

Eclectisch Khao Yai

Hoewel mooie stranden nooit gaan vervelen, maak ik voordat ik weer terug naar Nederland reis een uitstapje naar centraal Thailand. Vanaf de charmante luchthaven van Koh Samui vlieg ik naar Bangkok, waar ik in de auto stap voor een drie uur durende rit naar Khao Yai, één van de nationale parken in de omgeving van de Thaise hoofdstad. Ik ben nog nooit op zo’n plek geweest. Zodra we het gebied in rijden, val ik van de ene verbazing in de andere. Er zijn diverse zuivelboerderijen, met zwart-witte koeien zoals we die in Nederland hebben. De boerderijen zelf ogen ook helemaal niet Thais en hebben witte hekken om het perceel heen staan waardoor het haast aanvoelt als een Amerikaanse ranch. Tussendoor zie je af en toe een strak gebouw, waarin vaak een goed (soms Michelinsterren) restaurant is gevestigd. En dan de wijngaarden, die zijn er ook, met als bekendste Granmonte die prima wijnen produceert. Je kunt hier gerust een proeverij doen. Even verderop spot ik een bord met ‘uitkijken voor overstekende olifanten’ waarna je de jungle inrijdt. Een eclectische mix!

Ik ben hier om het nieuwe Intercontinental Khao Yai te ervaren. Voor de bouw van het resort heeft de eigenaar oude vervallen treinstellen opgekocht die 100 jaar geleden werden gebruikt voor treintransport van goederen tussen het nationaal park en Bangkok, dus het thema past wel degelijk bij de omgeving. Hij toverde ze, samen met ontwerper Bill Bensley, om tot comfortabele ‘hotelkamers’. Ook de rest van het resort, van de lobby tot aan de restaurants en de tearoom, zijn geheel in de stijl van vintage treinen. Het centrale punt is Swan Lake, met daaromheen een wandelroute en park. Hierdoor heerst er rust en is het zelfs een fijne plek om je reis te eindigen. Er is namelijk ook een prima wellness.

Een ideale daginvulling begint met yoga met uitzicht op het meer, gevolgd door een actieve hike door het nationaal park, waarbij je kans hebt op het zien van gibbons, makaken en hornbills. Je wandelt door de jungle en door een vallei met een ‘clay-lick’ waar herten en olifanten - want die leven hier ook - komen om extra mineralen als zout binnen te krijgen. Maar de kans dat je de dieren hier ook daadwerkelijk ziet, is niet zo groot. De aantallen zijn klein en het gebied immens! Na je wandeling kun je nog een kijkje nemen bij één van de vele watervallen. De middag is een goed moment om een van de wijngaarden te bezoeken en meer te leren over de productie van wijn in het Thaise binnenland, gevolgd door een fijne proeverij.

De beste periode om Khao Yai te bezoeken is het koele seizoen, van november tot en met maart. De temperaturen liggen dan zelfs wat lager dan in andere delen van Thailand, zo rond de 20 graden.

Tip: maak onderweg van of naar Khao Yai een kleine omweg naar Ayutthaya, een oude koningsstad met een indrukwekkend archeologisch erfgoed met honderden tempelruïnes.

Thailand heeft ontzettend veel te bieden en daardoor voor ieder wat wils. Van het bruisende Bangkok tot aan oude koningssteden, jungle en watervallen en talloze stranden. Geïnspireerd geraakt door het lezen van deze blog? Neem dan contact met mij op en mail naar astrid@talisman.nl of bel naar 088-7755900.