A
ls India specialist heb ik Ladakh al jarenlang hoog op mijn lijstje staan. Ladakh is in alle opzichten een bijzondere bestemming!
Allereerst is het één van de meest afgelegen gebieden van India en enkel bereisbaar van juni tot en met september vanwege de strenge wintermaanden. Daarnaast is Ladakh in geografisch en cultureel opzicht een unieke bestemming. Het gebied grenst aan China en Pakistan en ligt ingeklemd tussen de hoogste bergketens ter wereld. De machtige Indus rivier stroomt door de vruchtbare valleien die een sterk contrast vormen met het omringende maanachtige landschap waar de witte bergtoppen machtig bovenuit torenen. Ladakh wordt ook wel “Klein Tibet” genoemd en in cultureel opzicht heeft het gebied dan ook vele overeenkomsten. Een bestemming die niet mag ontbreken in ons aanbod maar er was altijd één struikelblok; de afwezigheid van een Talismanwaardige accommodatie. Met de komst van The Ultimate Travelling Camp is hier nu eindelijk verandering in gekomen. Mijn tickets en verblijf stonden dan ook binnen een week geboekt om zo snel mogelijk deze bestemming te ontdekken!
Om Ladakh te bereiken verlopen de vluchten altijd via Delhi. Omdat ik Delhi goed ken, vlieg ik direct na aankomst door naar Leh, de hoofdstad van Ladakh. Al tijdens het afdalen van het vliegtuig voel ik aan alles dat dit een heel speciale reis wordt. Met mijn neus zit ik tegen het vliegtuigraampje gedrukt om zoveel mogelijk te kunnen zien van het bizarre landschap dat zich onder mij openbaart. De witte toppen van de machtige Himalaya pieken van soms wel 7.000 meter hoog komen boven de wolken uit en ik zie ruige, kale vlaktes die nog het meest te vergelijken zijn met de maan. Een spectaculair uitzicht en vlak voor de landing lijken de vleugels van het vliegtuig de bergtoppen bijna te raken! Het vliegveld van Leh is piepklein en is eigenlijk niet meer dan een start,- en landingsbaan en een gebouwtje waar een bagageband is. Zodra ik mijn koffer heb bemachtigd, kan ik niet wachten om naar buiten te lopen.
Julley! Welkom in Ladakh en een luxe auto en mijn gids staan op mij te wachten. Tijdens de transfer naar het tentenkamp passeren we al een aantal gompa’s (Boeddhistische kloosters) die zo typerend zijn voor dit gebied. Deze gompa’s zijn alleen te zien in Tibet, Ladakh, Nepal en Bhutan.
Bij aankomst in het tentenkamp word ik overweldigd door de prachtige ligging. Het tentenkamp ligt op een steenworp afstand van het Thiksey klooster dat gevestigd is op de top van een berg. Dit is het grootste klooster van centraal Ladakh. Dit uitzicht in combinatie met de omliggende bergen is fenomenaal. In de receptietent word ik verwelkomd met een heerlijke kop Himalaya thee en neemt de host met mij het programma door voor de komende week, dat een aaneenschakeling van hoogtepunten belooft. Leh en het tentenkamp liggen op ongeveer 3.500 meter hoogte en is dan ook belangrijk om eerst goed te acclimatiseren. Mijn bezorgdheid hierover wordt direct weggenomen door de dokter die 24 uur per dag aanwezig is in het kamp. Hij controleert bij check in gelijk het zuurstofgehalte in mijn bloed (met een meetapparaatje aan mijn vinger) en met een dag rust en heel veel water drinken zal mijn lichaam goed wennen aan de hoogte. Dus ik installeer mij moe maar vol verwachting in mijn tent die in veel opzichten nog luxueuzer is dan een exclusieve hotelkamer. Na een heerlijke douche en wat slaap sta ik opnieuw versteld van het mooie uitzicht wanneer ik mijn tent openrits om de rest van de dag op mijn terras door te brengen. Dit is genieten!
De eerste dag is het nog noodzakelijk om het rustig aan te doen en maken de gids en ik vanuit het kamp een korte ochtendwandeling. We lopen over kleine paadjes door het platteland en langs huisjes die wel uit de Middeleeuwen lijken te komen. Onderweg treffen wij een oud dametje die iedere dag urenlang al wandelend mediteert. Ze prevelt een soort mantra en heeft in haar ene hand een gebedswiel en in de andere hand een gebedsketting. Bij iedere stoepa (een Boeddhistisch bouwwerk) loopt ze zoals het hoort klokwijs eromheen om vervolgens weer door te wandelen. Een hele bijzondere ontmoeting. Ook laat de gids mij vandaag kennismaken met Leh en lopen we door de oude, smalle straatjes van de stad. Leh was eeuwenlang een belangrijk knooppunt op de zijderoute. De handelskaravanen trotseerden de hoge bergpassen om de stad te bereiken. De invloeden vanuit het Midden Oosten en China zijn dan ook goed zichtbaar in de handelswaar en de uiterlijkheden van de mensen. In de hoofdstraat van Leh worden allerlei waren verkocht en zie ik vele soorten noten, gedroogd fruit, kruiden en groenten, maar ook prachtige kledingstukken en sieraden
Tijdens mijn dagen in het Thiksey kamp maak ik verschillende uitstapjes naar kloosters en zijn de autoritten keer op keer een beleving op zich. Het landschap dat aan me voorbij trekt is zo ontzettend mooi. Het klooster van Alchi heeft de mooiste en verfijnde muurschilderingen die ik ooit in Azië heb gezien. Misschien nog wel het meest indrukwekkend vind ik uiteindelijk het bezoek aan het Thiksey klooster. In de hele vroege ochtend wonen we hier een zegeningsceremonie bij. Met mijn fotocamera in de aanslag wachten we op de monniken die de hoorns gaan blazen om de ochtend te zegenen. En daar komen ze dan aangelopen in rode gewaden en hoofddeksels met een soort gele kam. Op het dak van het klooster blazen ze op de hoorns en we hebben hier 360 graden uitzicht over de omliggende bergen en opkomende zon. Een magisch moment.
Daarna nemen we plaats in de gebedsruimte waar de monniken anderhalf uur lang het ochtendgebed opzeggen. Dit klinkt als een meditatief gezang waarvan ik het bijzondere geluid niet kan omschrijven en een hele spirituele ervaring. Ook de rondleiding door het klooster is indrukwekkend en ik heb bij uitzondering de Rinpoche (de hoogste geestelijke van het klooster) mogen ontmoeten. Ik zal het bezoek aan het Thiskey klooster voor de rest van mijn leven nooit vergeten.
Voor twee nachten verblijf ik ook in de Nubra Vallei dat pas sinds 2010 toegankelijk is voor toeristen. Om deze vallei te bereiken moeten we de Khardung La Pass over (5.602 meter). Dit is de hoogste voor gemotoriseerd verkeer begaanbare bergpas ter wereld! Ik vind dit best een spannende onderneming en hoop dat ik goed zal reageren op de hoogte. Dus veel water blijven drinken! ’s Ochtends na het ontbijt vertrekken we voor de lange rit van ongeveer zes uur. Vlak voor vertrek kwam de staf nog snel aangerend met nog meer lekkernijen voor onderweg. Omdat ik anders vast en zeker honger zou krijgen… Er wordt zo goed voor je gezorgd en ik werd met veel “wish you a good journey” wensen uitgezwaaid. Langzaam rijden we hoger en hoger richting de bergpas. Het is een veilige maar grotendeels onverharde weg. De gids riep op een gegeven moment tijdens het stuiteren over de hobbels in de auto: “We need helmets for inside the car!”. Maar ik vind het allemaal fantastisch en een beleving. De uitzichten zijn indrukwekkend en na iedere bocht lijkt het landschap nog weer mooier dan daarvoor.
Op de top is het natuurlijk tijd voor een foto en drinken we een kop Himalaya thee, de lekkerste die ik heb gedronken in Ladakh! Geen last van misselijkheid of duizeligheid al moet je het wel rustig aan doen vanwege de ijle lucht.
Daarna dalen we af de Nubra Vallei in en het lijkt wel of we door een schilderij rijden. In het kamp wordt ik net als in Thiksey warm verwelkomd en is de lunch weer een traktatie. De tent is iets anders dan in Thiksey vanwege de inrichting en kleurstellingen. Maar net zo mooi en vanaf mijn terras heb ik een prachtig uitzicht over het klooster van Diskit gelegen op een hoge bergkam. Dit klooster is een zusje van het klooster in Thiksey en ik kan niet wachten om het te bezoeken.
In de namiddag is het dan eindelijk zover en lopen de gids en ik over de trappen omhoog naar het klooster. We lopen langs de gebedswielen die door de gids altijd even klokwijs gedraaid worden. Monniken passeren ons en groeten vriendelijk. Een oude monnik laat ons zien waar hij als klein jongetje in het klooster water ging halen in de rivier. Met verbazing kijk ik langs een bouwvallige houten trap de diepe kloof in waar de rivier tientallen meters onder ons dendert. Het duizelt mij alleen al door naar beneden te kijken en jongetjes liepen blijkbaar met gemak op en neer met zware wateremmers.
Daarna bezoeken we de gebedsruimtes en de 32 meter hoge Boeddha die hier gebouwd is ter bescherming van de vrede tussen India en Pakistan. Het uitzicht over de Nubra Vallei is schitterend en ineens verschijnt er een prachtige regenboog over de vallei waar we nog lang naar hebben staan kijken. De dagen in de Nubra Vallei zijn weer heel anders dan in Thiksey en ik zou hier zelfs graag nog een nacht langer zijn gebleven.
De dagen in de Nubra Vallei zijn weer heel anders dan in Thiksey en ik zou hier zelfs graag nog een nacht langer zijn gebleven. Een bijzondere dag is het bezoek aan het dorpje Turtuk. Dit dorpje ligt op nog maar slechts 10 kilometer afstand van de hermetisch afgesloten Pakistaanse grens. Dit is het laatste noemenswaardige dorpje op Indiaas grondgebied en maar een handjevol toeristen per jaar hebben de mogelijkheid om dit dorp te bezoeken. Vanwege het conflict met Pakistan vind ik deze uitstap best avontuurlijk. Maar al snel ben ik overtuigd dat deze uitstap geheel veilig is en wordt dit de meest spectaculaire route die we hebben gereden.
Op een gegeven moment durf ik bijna niet meer te vragen om een fotostop omdat we anders nooit aankomen! Het dorpje is ontzettend geïsoleerd en je wordt jaren teruggeworpen in de tijd. We wandelen door de steegjes waar de bewoners ons nieuwsgierig begroeten. Ik verbaas me over de mooie gezichten en ogen van de mensen. Sommige meisjes hebben dezelfde ogen en uiterlijk als het Afghaanse meisje op de beroemde foto van National Geografic. Het bezoek aan Turtuk is een lange dag maar voor mij opnieuw een hoogtepunt in de reis.
Op de dag dat we weer terug rijden naar Thiksey staat er eerst nog een kamelentocht op het programma. Ik was bang voor een “tourist trap” maar uiteraard wordt alles als zijnde gast van The Ultimate Travelling Camp weer perfect geregeld. Ik stap zonder iemand anders om mij heen op de kameel en we lopen helemaal alleen door de vallei en over de zandduinen. Het is een aparte gewaarwording om zandduinen te vinden op deze hoogte. Ladakh ligt in de Transhimalaya, in de “regenschaduw” van de Grote Himalaya. Hierdoor is het een droog gebied en is de Nubra Vallei een zogeheten koude woestijn. Ik geniet van de stilte en probeer al schommelend op de kameel mijn evenwicht te bewaren om zoveel mogelijk foto’s te maken. Op een gegeven moment maakt mijn kamelenhoeder ook foto’s en loopt hij meters bij mij vandaan. Wat nou als de kameel op hol slaat! Het komt helemaal goed verzekert hij mij en gelukkig is dat ook zo…
De rit terug naar Thiskey verloopt weer via de Khardung La Pass en wederom geniet ik van deze tocht. Al helemaal thuis kom ik weer terug in mijn tent in Thiksey en geniet ik van mijn één na laatste avond. Wat mijn week in Ladakh helemaal compleet maakt is het sublieme verblijf in het tentenkamp. Iedere dag na intensief op pad te zijn geweest voelt de terugkomst in het kamp als thuiskomen. De luxe tenten, de overheerlijke maaltijden, de uitmuntende service en de lieve en zorgzame staf maken dit verblijf tot een zeldzaam pareltje.
De laatste dag kies ik voor een mountainbike tocht door dorpjes en het platteland.
Onderweg zien we dat er een toernooi aan de gang is voor handboogschieten. Dat wil ik wel eens van dichtbij bekijken, want dit is een populaire sport in Ladakh! De hoofdprijs is het recht op de eerste oogst. De dorpsbewoner met het beste schot mag als eerste zijn land oogsten en de andere bewoners zullen hem daarbij helpen. Op volgorde van winst is dan de volgende aan de beurt totdat iedereen de oogst heeft gedaan en zo helpen de families elkaar. Ik heb ook nog een schot mogen wagen en was opgelucht dat de pijl een paar meter vooruit schoot. Dat is tenminste iets!
De resterende spaarzame uren op mijn laatste dag probeer ik de omgeving zo goed mogelijk op mijn netvlies te branden. Na een sprookjesachtige zonsondergang over de bergtoppen en het Thiskey klooster begint het ineens hard te regenen en onweren. Een onvergetelijk afscheid van Ladakh en stilletjes in mijzelf wens ik hier ooit nog een terug te mogen komen.