M
et een stoer safarivoertuig worden we van Tuli Safari lodge naar Mashatu Lodge gereden. Mijn tienerdochter en ik schudden wat heen en weer op de achterste bank. ‘The African dance,’ roepen we lachend naar elkaar. Wij snappen inmiddels wel waarom de lokale bevolking zo goed kan dansen.
Na het lachen komt de stilte, want als we even later uitstappen en de poorten van Mashatu Lodge binnenwandelen, valt onze mond open. De met zorg onderhouden tuin leidt ons naar een ruime sierlijke veranda op enkele meters boven de grond die daarachter zichtbaar is. Vanaf de veranda wandel je over een lange loopbrug links naar het zwembad of rechts naar de lounge en het dinergedeelte. Nog steeds alles op hoogte zodat je, waar je je ook bevindt, altijd een perfect zicht hebt op de waterhole, de waterpoel waar met grote regelmaat olifanten, leeuwen en alles wat daartussen zit komen drinken of badderen. Iedere ruimte die we verkennen ademt een prachtig gedecoreerde Afrikaanse sfeer uit en geeft je zonder de zijwanden het gevoel alsof je luie stoel midden in de wildernis staat.
‘Knijp me even,’ fluister ik tegen Bibi en hetzelfde zegt zij tegen mij als we onze luxe hut binnen gaan. Via de glazen schuifdeuren lopen we ons eigen terras op. Bibi kijkt me vragend aan en ik geef maar gelijk antwoord: ‘Ja, de wilde dieren komen tot aan ons terras.’
We hebben het zwembad voor ons alleen en maken daar dankbaar gebruik van om met de zelfontspanner foto’s van ons samen te maken. Ik heb exact tien seconden om me rennend naar de juiste positie te begeven en dan op commando samen met Bibi het water in te springen. Het perfecte plaatje met de Afrikaanse bush op de achtergrond.
Als we even later bij onze gids Goms en tracker Khabello in de open Landcruiser stappen, verschijnt de lach met die extra laag weer op mijn gezicht. Ik voel het weer; de opgetogen nieuwsgierigheid om dierensporen te volgen, op zoek te gaan naar bewegingen in het struikgewas en te luisteren naar de geluiden die de vogels maken. Sommige vogels geven met een bepaalde roep namelijk de schuilplaats van roofdieren prijs om soortgenoten te waarschuwen, waarvoor dank.
Goms draait zich vanaf de bestuurderskant om naar de achterste bank waar Bibi en ik als enigen in het voertuig hebben plaatsgenomen. ‘Waar zullen we naar op zoek gaan vanmiddag? ’
‘Een mannetjesleeuw en een luipaard,’ zegt Bibi. Ze straalt als ze dat zegt.
‘The secrets of the African bush’ zeg ik met een knipoog. Het maakt mij eerlijk gezegd niet uit wat we gaan zien, want garanties krijg je alleen in een dierentuin. Botswana kent geen hekken rondom de nationale parken, alle dieren kunnen zich vrij rond bewegen. Het zijn enkel de dorpen, beperkte landbouw en voorkeur voor een vegetatie die hen in bepaalde gebieden houdt.
Goms lacht vermakelijk en richt zich daarna tot mijn tiener. ‘Denk je dat je moeder een luipaard met een welpje een secret van de Afrikaanse bush vindt?’ Bibi’s ogen worden groot, ze gaat rechtop zitten. ‘Zeker weten!’ roept ze enthousiast.
Goms start het voertuig. De vruchtensap en gin-tonic met snacks voor de sundowner koel ingepakt in het laadruim.
Ik druk Bibi tegen me aan. We gaan op pad, de ‘African dance’ kan beginnen!
We vinden inderdaad een prachtig luipaard dat geen aandacht schenkt aan ons. Zolang we ons aan de regels houden, is het oké. Dus we praten zachtjes en blijven zitten. Ondertussen maken we foto’s en bewonderen deze zeldzame pracht.
Daarna gaan we ook op zoek naar het luipaard met welpje. Goms wijkt regelmatig van de paden af en voert de Landcruiser met het nodige vakmanschap tussen de begroeiing door. In onze zoektocht komen we een ander voertuig tegen met aan de buitenzijde een camerastellage.
‘Dit is Wim uit Zuid-Afrika,’ zegt Goms. ‘Hij maakt natuurfilms voor een televisiezender.’
Ik lach vriendelijk naar Wim in de hoop dat hij even tijd maakt voor een praatje. Ondanks dat ik voor de stilte van de wildernis kom, vind ik het interessant om nieuwe mensen te ontmoeten onderweg. Mensen met een bijzonder verhaal, zoals Wim. Hij stopt en vertelt dat ook hij op zoek is naar de moeder met jong. Hij verblijft enkele maanden in dit gebied om de mooiste beelden voor een natuurfilm te schieten, met name over het leven van luipaarden. Het feit dat hij juist hier opnames maakt, zegt mij genoeg: Mashatu is het homeland voor luipaarden.
Die avond laat Goms weten dat Wim meer geluk heeft dan ons in zijn zoektocht naar het luipaard en haar jong.
De twee dagen die volgen, worden we begroet door olifanten, giraffen en zebra’s. De kers op de taart zien we de laatste dag: twee volwassen leeuwinnen met totaal zes welpen. Fascinerend om die kleintjes te zien rollebollen terwijl de moeders hun kroost in de gaten houden.
Bij terugkomst genieten we nog een keer van het heerlijke eten dat hier wordt bereid. De chef-kok is altijd in de buurt als de gasten van de lunch of het diner genieten en ik maak daar dankbaar gebruik van. Ik wil weten hoe de vis wordt bereid, hoe de groente zo knapperig blijft en welke ingrediënten de sausjes hebben (om je vingers bij af te likken).
Met de meest unieke foto’s, lijstjes met recepten, nieuwe ideeën voor mijn volgende roman en vooral met geweldige nieuwe herinneringen, worden wij na het afscheid door Goms teruggereden naar de grensovergang.
Tijdens de rit over zandpaden snuif ik nog een keer de geur van de Afrikaanse wildernis op en sluit mijn ogen. Een kinderhand zoekt die van mij. Ik spiek even en zie dat Bibi ook haar ogen gesloten heeft, haar lange haren golvend in de wind.
Mijn glimlach is groots en gelukkig. Samen met mijn dochter heb ik de secrets van Mashatu gezien.