Geplaatst op

A nnelies, al meer dan 18 jaar een bekend gezicht bij Talisman, reisde onlangs af naar Myanmar om onze hotels aan een inspectie te onderwerpen en om op zoek te gaan naar nieuwe, unieke belevingen. Accommodaties van topniveau zijn erg belangrijk, maar het blijkt dat het toch vooral de bijzondere ontmoetingen met de lokale bevolking zijn die het meeste bij blijven…

Bijzondere ontmoetingen

Struinen over de markt in Loikaw

Mingalaba! Een vrouw in vrolijk gekleurde kleding lacht me stralend toe vanachter haar koopwaren; felpaarse aubergines, groene pepers en kleine witgele bloemkooltjes. Ik ben op de markt in Loikaw, een stad in Myanmar waar pas sinds 3 jaar toeristen mogen komen en dat gebeurt nog maar mondjesmaat. Ik ben duidelijk de enige westerling die hier rondloopt en de mensen kijken me nieuwsgierig aan. Als ik ze begroet in het Birmees (Mingalaba!) krijg ik altijd een vriendelijk Mingalaba terug. De mensen zijn werkelijk prachtig. Je ziet de rode klederdracht van de Kayah vrouwen, Birmese vrouwen met op hun wangen een prachtige tekening van thanaka, de lokale make up/zonnebrandcrème, gemaakt van een speciale boomsoort. Maar ook de monniken in de prachtig oranje gewaden die oplichten in de ochtendzon zijn zo mooi om te zien. Er heerst een rustige sfeer en het is een feestje om samen met mijn gids, ook een vrouw, wat inkopen te doen. We zoeken een mooie mango uit voor bij de lunch, straks in het Kayah dorp, en kopen wat kruiden om thuis in de keuken te gebruiken. Als we terugkomen bij ons busje is de chauffeur verdwenen, maar gelukkig heeft ook hier de mobiele telefoon haar intrede gedaan, en even later komt de chauffeur dubbel van het lachen aanlopen. Hij was naar ons op zoek gegaan, maar kon ons niet vinden. Ook tekenend voor de toeristenindustrie die nog maar een paar jaar op gang is; de chauffeur was zo enthousiast dat hij mee liep tijdens de excursies :-).

Op bezoek bij de long neck vrouwen

’s Middags bezoeken we een Padaung dorpje, waar de zogenoemde long neck vrouwen wonen. We gaan bij een huisje op palen naar binnen, waar de vrouw des huizes trots de ringen om haar nek toont en vertelt hoe het is om als 7 jarig meisje de eerste ring te krijgen. Het duurde even voor de vertaling bij mij aankwam, mijn gids spreekt niet de taal van de Padaung, dus moest er een extra gids aan te pas komen om alles te vertalen. Maar wat bijzonder om met deze sterke en mooie vrouwen te praten. De eerste vrouw maakte kopjes van bamboe, de tweede vrouw spinde katoen met een ouderwets spinnewiel en vertelde dat ze alleen woonde, omdat ze niet zo goed kon opschieten met haar schoondochter. Normaal gesproken trekt de bruid van de jongste zoon in bij zijn ouders, maar in dit geval was dat dus geen succes. De laatste vrouw, een metaalbewerkster, maakte het meeste indruk op me. Ik vroeg of ze het niet vervelend vond dat er sinds 3 jaar opeens allemaal mensen langskwamen om haar te fotograferen. Ze reageerde dat ze juist erg gelukkig werd van het contact met mensen uit een ander deel van de wereld. Ze is zelf nooit in staat geweest om te reizen en op deze manier kwam ze toch in contact met mensen uit andere landen. Ze was er helemaal van opgefleurd en snauwde ook niet meer zo tegen haar kleinkinderen :-).

Bijzondere ontmoeting

“Duk a duk a duk a duk” ratelt de motor van mijn longboat op het uitgestrekte Pekon Lake. Wat is het heerlijk om te varen in zo’n laag bootje dicht op het water! Aan de oevers tekenen zich bergen af die in een blauwe nevel gehuld zijn. Hier en daar een flits van een gouden pagoda tussen het groen. Af en toe een ander bootje, met een karakteristieke visser die met één been roeit om zijn handen vrij te hebben voor zijn netten. Als ik mijn camera tevoorschijn haal, mindert mijn bootsman direct vaart, de motor wordt afgezet en een ongelooflijke rust daalt op me neer. Je hoort alleen nog maar het gekabbel van het water. We leggen aan bij een dorpje. Aan de steiger liggen hoopjes oranje kleding en spelen jongetjes in het water. Het is vakantie en veel jongens zijn een aantal weken te gast in het klooster. Met hun kaalgeschoren hoofden en oranje kleding zien ze er heel heilig uit, maar het zijn ook gewoon kinderen die zin hebben om even te zwemmen! Ik loop met mijn gids naar boven, waar het klooster staat. Het is lunchtijd en een drukte van belang, onder een overkapping zitten veel jonge mensen te lunchen. Mijn gids vertelt dat jongeren uit heel Myanmar, waarvan de ouders geen vervolgopleiding kunnen betalen, hier in het klooster komen studeren. Een monnik spreekt me aan en ik vraag wat hij zoal aan de studenten doceert. Engels en natuurkunde, vertelt hij, en natuurlijk de leer van Boeddha. We lopen het dorpje weer uit en varen in vijf minuutjes naar het Inle Sanctuary, een heel klein hotel met huisjes op palen in het meer. De eigenaar laat trots de zonnepanelen zien, die energie opwekken om het water te verwarmen. Zijn vrouw kookt voor de gasten en op mijn vraag of ze dat goed kan zegt hij trots; kijk maar eens op Tripadvisor :-). Wat een prachtig plekje, zo naast het dorpje en met een geweldig uitzicht over het meer. Hier zou ik wel een paar dagen kunnen doorbrengen. Maar ik moet door, nog twee uur varen en dan ben ik bij mijn hotel aan het Inle Lake. Duk a duk a duk…