O
p 19 mei vlieg ik met een nachtvlucht van zo’n 8,5 uur met Kenya Airways naar Nairobi. Ik ga namelijk mijn Afrika portfolio, dat nu bestaat uit Namibië en Tanzania, uitbreiden met een nieuwe bestemming: Kenia! Een logische stap, aangezien het Serengeti National Park in Tanzania grenst aan het Masai Mara National Reserve in Kenia. Ik ben dus ontzettend benieuwd wat me komende week allemaal te wachten staat.
Zodra ik het vliegveld uitloop, word ik verwelkomd door de grote glimlach van mijn chauffeur. In zo’n vijfenveertig minuten rijden we naar de eerste accommodatie: Hemingways, een mooi hotel met een prachtige tuin, een zwembad en ruime kamers. Onderweg naar de wijk Karen, waar Hemingways ligt, krijg ik al een goede indruk van de stad. Zo rijden we langs de grootste sloppenwijk van Nairobi en zie ik ook hoe dicht het Nairobi National Park grenst aan de stad. Slechts gescheiden door een hek met prikkeldraad.
In de middag staan er een aantal highlights van Nairobi op de planning. Zo bezoek ik het Giraffe Centre waar Rothschild giraffen worden opgevangen, een souvenirwinkeltje met leuke Afrikaanse spulletjes en Kobe Tough. Kobe Tough is een werkplaats waar weduwen, alleenstaande moeders en weeskinderen prachtige sieraden en decoraties van klei en kraaltjes maken. Ook breng ik een bezoekje aan het Karin Blixen Museum, bekend van de film Out of Africa.
Nairobi National Park; in de middle of nowhere en toch dicht bij de stad
Na een goede nachtrust en een heerlijk ontbijt word ik opgehaald voor een ontmoeting met onze lokale partner Wilderness. Leuk om iedereen nu eens op locatie te zien. In de middag word ik naar mijn volgende accommodatie gebracht. Deze ligt in het Nairobi National Park, aan de overkant van de rivier, de natuurlijke grens van het park. Het lijkt alsof je hier in de middle of nowhere bent, terwijl de stad en het vliegveld op slechts vijfenveertig minuten rijden liggen. Aan het einde van de middag maak ik mijn eerste game drive en spot ik al ontzettend veel wildlife, met onder andere een groep van zes leeuwen.
De volgende ochtend vlieg ik vanuit Nairobi Wilson Airport naar Samburu, in het noorden van Kenia. Bij aankomst staat mijn chauffeur George in traditionele kleding op me te wachten en begint de lange rit door het nationaal park en de conservancy. In anderhalf uur, en over een hobbelige weg, rijden we naar Sasaab. Sasaab is een prachtige lodge en in Afrikaanse en Marokkaanse stijl ingericht. Het uitzicht op de rivier is prachtig. Typisch Talisman! Na dit bezoek rijden we naar Saruni. De ligging van deze accommodatie is uniek: op een grote rots met een geweldig uitzicht over het park. Beide accommodaties zijn heerlijke plekken om te relaxen en te genieten van het uitzicht.
Onderweg van de ene naar de andere plek zien we ontzettend veel wildlife, waaronder een grote groep olifanten in de rivierbedding. Door de vele regen is de natuur ook ontzettend groen. Tegen schemer kom ik aan bij mijn camp voor vannacht. Dit camp ligt aan de rivier, dus vanaf hier kun je ook krokodillen zien.
Het beschermde Lewa Conservancy en Borana Conservancy
De volgende ochtend rijden we vanuit Samburu naar de Lewa Conservancy. Dit beschermde natuurgebied van 6200 hectare groot is een veilige plek voor de met uitsterven bedreigde zwarte neushoorn. Je ziet hier volop wild, waaronder de ‘Samburu special 5’: de Grevy zebra, de netgiraffe, de gerenuk (antiloop met lange nek), de Somalische struisvogel en de Beisa oryx. Deze dieren zie je nergens anders in Afrika. Ik ben enorm onder de indruk hoe Kenia vergeleken met andere Afrikaanse landen voorop gaat in de bescherming van het wild. Zo werd er in 2016 105 ton aan ivoor in brand gestoken om de stropers af te schrikken en wordt er in de reservaten en nationale parken veel gepatrouilleerd. Ook is er bij iedere gate een strenge controle. In Lewa bezoek ik een aantal mooie accommodaties, waaronder Kifaru House, Lewa Wilderness Lodge en Lewa Safari Camp. Aan het einde van de middag mag ik mee op game drive.
De volgende dag gaat de wekker al erg vroeg en geniet ik van een kopje verse koffie bij mijn tent onder begeleiding van prachtig vogelgezang. Onderweg naar de volgende accommodatie in het Borana Conservancy zie ik eindelijk de 5199 meter hoge top van Mount Kenya, de op één na hoogste berg van Afrika.
Borana Conservancy staat in verbinding met Lewa zodat de dieren kunnen trekken. Met name de olifant maakt verre tochten. Net als Lewa is Borana ooit begonnen als een cattlefarm. Inmiddels is het een volledig beschermd wildlife reservaat. Het verschil met Lewa is dat hier wat meer bomen staan en dat je wat hoger zit, op circa 1900 meter. Ik slaap in één van de prachtige cottages van de Borana Lodge. Vanuit mijn cottage zie ik een grote groep olifanten, geweldig! Je kunt hier van alles ondernemen, waaronder paardrijden, mountainbiken, wandelen met rangers of deelnemen aan een rhino tracking. Ook vind je hier de ‘Pride Rock', de rotsformatie uit de film The Lion King.
Op uitnodiging breng ik een bezoek aan het ranger station waar een ranger me laat zien hoe ze het leefgebied van de neushoorns monitoren. Vierentwintig uur per dag zijn er meerdere rangers in het reservaat om ieder een zone in de gaten te houden. Allemaal te voet in koppels van twee. Ze hebben enkel een stok bij hun. Ook rijden er patrouilles door het park met rangers en geweren. Heel indrukwekkend. Om een idee te krijgen van het rhino tracken mag ik met twee rangers een stukje meelopen.
De groene vlaktes Loisaba en Mugie Conservancy
Na mijn kennismaking met Borana Conservancy rijden we naar Loisaba. Loisaba is weer heel anders en bestaat uit een glooiende, grote vlakte. Ook hier is het heel groen en er is veel wild te vinden, waaronder de zwarte panter. Ik slaap in één van de prachtige tenten van Loisaba Tented Camp. Één van de hoogtepunten is het diner onder de heldere sterrenhemel, waarbij ik zelfs de Melkweg kan zien.
De volgende ochtend rijden we via Loisaba Lodo Springs naar Mugie Conservancy. Loisaba Lodo Springs is geweldig! De safaritenten zijn schitterend en het uitzicht prachtig. Onderweg naar Mugie zie ik het landschap veranderen in een grote groene vlakte. Ik slaap bij Governors' Mugie House, opnieuw een Typisch Talisman verblijf met ruime cottages en uitzicht op het reservaat. Aan het einde van de middag mag ik weer mee op game drive. De gids, Nicholas, vertelt me alles over de vele activiteiten die hier aangeboden worden. Zo kun je hier mountainbiken met e-bikes, golfen of joggen op de private golfbaan en zelfs kanoën bij de Mugie Dam. Uiteraard worden er game drives georganiseerd, maar voor de afwisseling kun je ook op walking safari, mee met de night game drives of genieten van een ‘bush breakfast’ midden in de natuur. Heel bijzonder is de kennismaking met de bloodhounds (speurhonden) en de rangers die de stropers opsporen. Ook ontmoet ik Tala de giraffe. Tala kwam als een wees van een paar dagen oud bij een kleine community in Mugie en is daar inmiddels al negen jaar. Ze loopt niet weg en blijft (voorlopig) daar. Wanneer ze ons ziet, komt ze direct naar ons toe omdat ze weet dat ze wat te snacken krijgt.
Nijlpaarden in de Masai Mara
Na een goede nachtrust ga ik de volgende dag op weg naar de airstrip van Mugie. De manager van Mugie House zorgt er met zijn quad bike voor dat de landingsbaan vrij is van wild. Net wanneer de piloot wil starten, komt er nog een enorme kudde gazelles voorbij. In anderhalf uur, met een tussenstop bij Lake Naivasha, vliegen we naar de Masai Mara. Hier word ik netjes ontvangen door een gids. Samen bezoeken we Governors Main Camp, Governors’ Il Moran en Angama Mara. Ik slaap bij Little Governors Camp. Leuk feitje: deze plek is geliefd bij nijlpaarden!
Door de vele regenval van de afgelopen tijd, is de grond ontzettend modderig en de wegen slecht. Men vraagt zich af wat de migratie dit seizoen (juli en augustus) gaat doen. Vanwege de regen is er overal genoeg gras, dus verplaatsing is niet echt nodig.
Olare Motorogi Conservancy
Na een nacht veel geluiden van nijlpaarden op de achtergrond, reis ik via twee AndBeyond Camps, Ngare Serian (Alex Walker) en Elephant Pepper Camp, naar het Mara Plains Camp in het Olare Motorogi Conservancy. Dit is opnieuw een prachtige route langs grote kuddes koeien, winkeltjes en over eindeloze vlaktes.
Mara Plains Camp is geweldig! Aan ieder detail is gedacht en ze hebben zelfs een eigen (safari)kledinglijn. Het personeel en de gidsen zien er super ‘safari trendy’ uit. De entree naar het camp is spectaculair; via een loopbrug over de rivier waar krokodillen en hippo’s in voorkomen. In mijn ruime tent staat een koperen bad en koperen wastafels. Ik heb zelfs een eigen foto-camera met telelens tot mijn beschikking én een spinningbike en gewichten voor krachttraining.
Ook hier ga ik weer op game drive en zie ik onder andere drie leeuwen, topi’s, een jackal, widowbirds, nijlpaarden en een hyena gespot. Hierna word ik naar mijn laatste safari locatie gebracht; Mara Expedition camp. Een kleinschalig camp met zes tenten en een plunge pool. Ook helemaal top.
De volgende dag vlieg ik vanaf de Olkiombo airstrip terug naar Nairobi. De vlucht duurt circa één uur, inclusief een stop in Mushiara. Het is mooi om over de Masai Mara te vliegen en je ziet de olifanten vanuit het vliegtuig lopen.
Bij aankomst in Nairobi zit dezelfde gids van vorige week me op te wachten. Fijn om een bekend gezicht te zien. In Nairobi bezoek ik Hemingways Eden, House of Waine en Manzili House. Van de eigenaren van Manzili krijg ik de tip om me eens te verdiepen in het eilandje Lamu. Lamu ligt voor de kust van Kenia en schijnt echt nog heel authentiek te zijn met een aantal prachtige kleinschalige accommodaties. Iets voor de volgende keer!
Kenia is een geweldige bestemming die in veel opzichten voorop loopt. Ook vind je hier nog safari gebieden waar je de enige bent bij een sighting, bijvoorbeeld in het Mugie Conservancy.
Benieuwd geworden en deze bestemming met eigen ogen ontdekken? Neem dan contact met mij op en mail naar seraphine@talisman.nl of bel naar 088-7755900.
Accommodaties uit deze blog