Oorspronkelijk kwamen koningskrabben enkel voor in de Beringzee en rond Alaska. In de jaren ‘70 maakten ze hun ‘opmars’ richting Rusland en de grens met Noorwegen waar ze nu in grote getalen voorkomen. Rondom Alta werden de dieren voor het eerst rond 2012 gespot. Ze gedijen het beste in heel koud water, waardoor ze waarschijnlijk niet snel in onze Noordzee terecht zullen komen. De koningskrab is een ontzettend groot dier. Het lijf kan tot een halve meter groot worden en de poten tot wel 90 centimeter. De scharen zijn ontzettend scherp en kunnen met gemak door zacht, maar ook harder materiaal heen snijden. De krab plant zich snel voort en vormt door zijn grootte en vernielzucht een gevaar voor allerlei andere levende organismen in zee. Des te belangrijker is het om te aantallen beperkt te houden. Los hiervan vormt de koningskrab wereldwijd een exclusieve delicatesse, waardoor met de vangst niet alleen het lokale ecosysteem wordt beschermd, maar ook een delicatesse aan menig menukaart wordt toegevoegd.
U maakt een boottocht voor de fjorden om meer te leren over de koningskrabben en natuurlijk de vangst, waarna u terugkeert naar Sorrisniva voor een verse lunch van wereldklasse.